Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Nederlandse geloofsbelijdenis artikel 34 (Leviticus 12:1-8)

ds. A. van Heterends. A. van Heteren, 29 september 2019
Deel van de Ds. van Heteren - Nederlandse Geloofsbelijdenis serie, gepreekt in een Zondag Morgen dienst

Het sacrament van de heilige doop.
1.Verklaring.
2.Verdediging.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Nederlandse geloofsbelijdenis artikel 33 Openbaringen 3:7-13 Micha 4:1-7 »

Leviticus 12:1-8

1Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: 2Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: Wanneer een vrouw zaad gegeven, en een knechtje gebaard zal hebben, zo zal zij zeven dagen onrein zijn; volgens de dagen der afzondering harer krankheid zal zij onrein zijn. 3En op den achtsten dag zal het vlees zijner voorhuid besneden worden. 4Daarna zal zij drie en dertig dagen blijven in het bloed harer reiniging; niets heiligs zal zij aanroeren, en tot het heiligdom zal zij niet komen, totdat de dagen harer reiniging vervuld zijn. 5Maar indien zij een meisje gebaard zal hebben, zo zal zij twee weken onrein zijn, volgens haar afzondering; daarna zal zij zes en zestig dagen blijven in het bloed harer reiniging. 6En als de dagen harer reiniging voor den zoon, of voor de dochter, vervuld zullen zijn, zo zal zij een eenjarig lam ten brandoffer, en een jonge duif, of tortelduif, ten zondoffer brengen, voor de deur van de tent der samenkomst, tot den priester. 7Die zal dat offeren voor het aangezicht des HEEREN, en zal voor haar verzoening doen, zo zal zij rein zijn van den vloed haars bloeds. Dit is de wet dergene, die een knechtje of meisje gebaard heeft. 8Maar indien haar hand niet genoeg voor een lam vindt, zo zal zij twee tortelduiven, of twee jonge duiven nemen, een ten brandoffer, en een ten zondoffer; en de priester zal voor haar verzoening doen; zo zal zij rein zijn. (SV)