Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Dordse leerregels hoofdstuk 5 paragraaf 1-3 (Mattheüs 26:31-35)

ds. A.C. Uitslagds. A.C. Uitslag, 26 februari 2017
Deel van de Ds. Uitslag - Dordtse Leerregels serie, gepreekt in een Zondag Morgen dienst

Verlost en toch nog niet vrij.
1.Hoe kom ik er vanaf.
2.Hoe blijf ik er vanaf.
3.Hoe houd ik het vol.

1. Die God naar Zijn voornemen tot de gemeenschap van Zijn Zoon, onzen Heere Jezus Christus, roept, en door den Heiligen Geest wederbaart, die verlost Hij wel van de heerschappij en slavernij der zonde, doch Hij verlost hen in dit leven niet ganselijk van het vlees en het lichaam der zonde.

2. Hieruit spruiten de dagelijkse zonden der zwakheid, en ook aan de allerbeste werken der heiligen kleven gebreken. Hetwelk hun gestadige oorzaak geeft om zich voor God te verootmoedigen, hun toevlucht tot den gekruisigden Christus te nemen, het vlees hoe langer hoe meer door den Geest des gebeds en heilige oefeningen der godvruchtigheid te doden, en naar het eindperk der volmaaktheid te zuchten, totdat zij van dit lichaam des doods ontbonden zijnde, met het Lam Gods in de hemelen zullen regeren.

3. Ter oorzake van deze overblijfselen der inwonende zonde, en ook vanwege de aanvechtingen der wereld en des satans, zouden de bekeerden in die genade niet kunnen volstandig blijven, zo zij aan hun eigen krachten overgelaten werden. Maar God is getrouw, Die hen in de genade, hun eenmaal gegeven, barmhartiglijk bevestigt en ten einde toe krachtiglijk bewaart.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Lukas 10:42a Johannes 12:20-36 Leviticus 16:1-22 »

Mattheüs 26:31-35

31Toen zeide Jezus tot hen: Gij zult allen aan Mij geergerd worden in deze nacht; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen der kudde zullen verstrooid worden. 32Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea. 33Doch Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Al werden zij ook allen aan U geergerd, ik zal nimmermeer geergerd worden. 34Jezus zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij in dezen zelfden nacht, eer de haan gekraaid zal hebben, Mij driemaal zult verloochenen. 35Petrus zeide tot Hem: Al moest ik ook met U sterven, zo zal ik U geenszins verloochenen! Desgelijks zeiden ook al de discipelen. (SV)