Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Lukas 10:42a (Mattheüs 9:19-34)

ds. A. van Heterends. A. van Heteren, 19 februari 2017
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een Zondag Middag dienst

Een ding is nodig:
Berisping.
Beperking.
Bevestiging.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Matthëus 17:27b Psalm 68:20b-21a Dordse leerregels hoofdstuk 5 paragraaf 1-3 »

Mattheüs 9:19-34

19En Jezus opgestaan zijnde, volgde hem, en Zijn discipelen. 20(En ziet, een vrouw die twaalf jaren het bloedvloeien gehad had, komende tot Hem van achteren, raakte den zoom Zijns kleeds aan; 21Want zij zeide in zichzelven: Indien ik alleenlijk Zijn kleed aanraak, zo zal ik gezond worden. 22En Jezus, Zich omkerende, en haar ziende, zeide: Wees welgemoed, dochter! uw geloof heeft u behouden. En de vrouw werd gezond van dezelve ure af.) 23En als Jezus in het huis des oversten kwam, en zag de pijpers en de woelende schare, 24Zeide Hij tot hen: Vertrekt; want het dochtertje is niet dood, maar slaapt. En zij belachten Hem. 25Als nu de schare uitgedreven was, ging Hij in, en greep haar hand; en het dochtertje stond op. 26En dit gerucht ging uit door dat gehele land. 27En als Jezus van daar voortging, zijn Hem twee blinden gevolgd, roepende en zeggende: Gij Zone Davids, ontferm U onzer! 28En als Hij in huis gekomen was, kwamen de blinden tot Hem. En Jezus zeide tot hen: Gelooft gij, dat Ik dat doen kan? Zij zeiden tot Hem: Ja, Heere! 29Toen raakte Hij hun ogen aan, zeggende: U geschiede naar uw geloof. 30En hun ogen zijn geopend geworden. En Jezus heeft hun zeer gestrengelijk verboden, zeggende: Ziet, dat het niemand wete. 31Maar zij, uitgegaan zijnde, hebben Hem ruchtbaar gemaakt door dat gehele land. 32Als dezen nu uitgingen, ziet, zo brachten zij tot Hem een mens, die stom en van den duivel bezeten was. 33En als de duivel uitgeworpen was, sprak de stomme. En de scharen verwonderden zich, zeggende: Er is nooit desgelijks in Israel gezien! 34Maar de Farizeen zeiden: Hij werpt de duivelen uit door den overste der duivelen. (SV)