Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Lukas 23:31 (Lucas 23:12-32)

ds. A. van Heterends. A. van Heteren, 7 april 2023
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een Goede Vrijdag dienst

Een ernstige prediking van Christus.
1.Het groene hout.
2.Het dorre hout.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Lukas 23:8-12 Lukas 23:39-43 Lukas 24:8 »

Lucas 23:12-32

12En op denzelfde dag werden Pilatus en Herodes vrienden met elkander; want zij waren te voren in vijandschap tegen den anderen. 13En als Pilatus de overpriesters, en de oversten, en het volk bijeengeroepen had, zeide hij tot hen: 14Gij hebt dezen Mens tot mij gebracht, als een, die het volk afkerig maakt; en ziet, ik heb Hem in uw tegenwoordigheid ondervraagd, en heb in dezen Mens geen schuld gevonden, van hetgeen daar gij Hem mede beschuldigt; 15Ja, ook Herodes niet; want ik heb ulieden tot hem gezonden, en ziet, er is van Hem niets gedaan, dat des doods waardig is. 16Zo zal ik Hem dan kastijden en loslaten. 17En hij moest hun op het feest een loslaten. 18Doch al de menigte riep gelijkelijk, zeggende: Weg met Dezen, en laat ons Bar-abbas los. 19Dewelke was om zeker oproer, dat in de stad geschied was, en om een doodslag, in de gevangenis geworpen. 20Pilatus dan riep hun wederom toe, willende Jezus loslaten. 21Maar zij riepen daartegen, zeggende: Kruis Hem, kruis Hem! 22En hij zeide ten derden male tot hen: Wat heeft Deze dan kwaads gedaan? Ik heb geen schuld des doods in Hem gevonden. Zo zal ik Hem dan kastijden en loslaten. 23Maar zij hielden aan met groot geroep, eisende, dat Hij zou gekruist worden; en hun en der overpriesteren geroep werd geweldiger. 24En Pilatus oordeelde, dat hun eis geschieden zou. 25En hij liet hun los dengene, die om oproer en doodslag in de gevangenis geworpen was, welken zij geeist hadden; maar Jezus gaf hij over tot hun wil. 26En als zij Hem wegleidden, namen zij een Simon van Cyrene, komende van den akker, en legden hem het kruis op, dat hij het achter Jezus droeg. 27En een grote menigte van volk en van vrouwen volgde Hem, welke ook weenden en Hem beklaagden. 28En Jezus, Zich tot haar kerende zeide: Gij dochters van Jeruzalem! weent niet over Mij, maar weent over uzelven, en over uw kinderen. 29Want ziet, er komen dagen, in welke men zeggen zal: Zalig zijn de onvruchtbaren, en de buiken, die niet gebaard hebben, en de borsten, die niet gezoogd hebben. 30Alsdan zullen zij beginnen te zeggen tot de bergen: Valt op ons; en tot de heuvelen: Bedekt ons. 31Want indien zij dit doen aan het groene hout, wat zal aan het dorre geschieden? 32En er werden ook twee anderen, zijnde kwaaddoeners, geleid, om met Hem gedood te worden. (SV)