Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Lukas 18:10-14 (Lucas 18:1-14)

ds. A.C. Uitslagds. A.C. Uitslag, 8 februari 2023
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een Biddag dienst

Biddag in de tempel.
1.Een dankgebed van een farizeër.
2.Een smeekgebed van een tollenaar.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Heidelbergse catechismus zondag 46 Psalm 81:11b Habakuk 3:2 »

Lucas 18:1-14

1En Hij zeide ook een gelijkenis tot hen, daartoe strekkende, dat men altijd bidden moet, en niet vertragen; 2Zeggende: Er was een zeker rechter in een stad, die God niet vreesde, en geen mens ontzag. 3En er was een zekere weduwe in dezelfde stad, en zij kwam tot hem, zeggende: Doe mij recht tegen mijn wederpartij. 4En hij wilde voor een langen tijd niet; maar daarna zeide hij bij zichzelven: Hoewel ik God niet vreze, en geen mens ontzie; 5Nochtans, omdat deze weduwe mij moeilijk valt, zo zal ik haar recht doen, opdat zij niet eindelijk kome, en mij het hoofd breke. 6En de Heere zeide: Hoort, wat de onrechtvaardige rechter zegt. 7Zal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is over hen? 8Ik zeg u, dat Hij hun haastelijk recht doen zal. Doch de Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde? 9En Hij zeide ook tot sommigen, die bij zichzelven vertrouwden, dat zij rechtvaardig waren, en de anderen niets achtten, deze gelijkenis: 10Twee mensen gingen op in den tempel om te bidden, de een was een Farizeer, en de ander een tollenaar. 11De Farizeer, staande, bad dit bij zichzelven: O God! ik dank U, dat ik niet ben gelijk de anderen mensen, rovers, onrechtvaardigen, overspelers; of ook gelijk deze tollenaar. 12Ik vast tweemaal per week; ik geef tienden van alles, wat ik bezit. 13En de tollenaar, van verre staande, wilde ook zelfs de ogen niet opheffen naar den hemel, maar sloeg op zijn borst, zeggende: O God! wees mij zondaar genadig! 14Ik zeg ulieden: Deze ging af gerechtvaardigd in zijn huis, meer dan die; want een ieder, die zichzelven verhoogt, zal vernederd worden, en die zichzelven vernedert, zal verhoogd worden. (SV)