Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Heidelbergse catechismus zondag 43 (Johannes 8:30-47)

ds. A.C. Uitslagds. A.C. Uitslag, 2 oktober 2022
Deel van de Heidelbergse Catechismus serie, gepreekt in een Zondag Middag dienst

Het negende gebod bepaalt ons bij:
1.De vader van de leugen.
2.De zonde van het kwade gerucht.
3.De opdracht tot het goede gerucht.
4.De Vader van de waarheid.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Esther 3:10-4:3 Esther 4:4-17 Romeinen 12:2. »

Johannes 8:30-47

30Als Hij deze dingen sprak, geloofden velen in Hem. 31Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Indien gijlieden in Mijn woord blijft, zo zijt gij waarlijk Mijn discipelen; 32En zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken. 33Zij antwoordden Hem: Wij zijn Abrahams zaad, en hebben nooit iemand gediend; hoe zegt Gij dan: Gij zult vrij worden? 34Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een iegelijk, die de zonde doet, is een dienstknecht der zonde. 35En de dienstknecht blijft niet eeuwiglijk in het huis, de zoon blijft er eeuwiglijk. 36Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn. 37Ik weet, dat gij Abrahams zaad zijt; maar gij zoekt Mij te doden; want Mijn woord heeft in u geen plaats. 38Ik spreek wat Ik bij Mijn Vader gezien heb; gij doet dan ook, wat gij bij uw vader gezien hebt. 39Zij antwoordden en zeiden tot Hem: Abraham is onze vader. Jezus zeide tot hen: Indien gij Abrahams kinderen waart, zo zoudt gij de werken van Abraham doen. 40Maar nu zoekt gij Mij te doden, een Mens, Die u de waarheid gesproken heb, welke Ik van God gehoord heb. Dat deed Abraham niet. 41Gij doet de werken uws vaders. Zij zeiden dan tot Hem: Wij zijn niet geboren uit hoererij; wij hebben een Vader, namelijk God. 42Jezus dan zeide tot hen: Indien God uw Vader ware, zo zoudt gij Mij liefhebben; want Ik ben van God uitgegaan; en kom van Hem. Want Ik ben ook van Mijzelven niet gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden. 43Waarom kent gij Mijn spraak niet? Het is, omdat gij Mijn woord niet kunt horen. 44Gij zijt uit den vader den duivel, en wilt de begeerten uws vaders doen; die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit zijn eigen; want hij is een leugenaar, en de vader derzelve leugen. 45Maar Mij, omdat Ik u de waarheid zeg, gelooft gij niet. 46Wie van u overtuigt Mij van zonde? En indien Ik de waarheid zeg, waarom gelooft gij Mij niet? 47Die uit God is, hoort de woorden Gods; daarom hoort gijlieden niet, omdat gij uit God niet zijt. (SV)