Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Johannes 15:20 (Johannes 15:18-16:4)

ds. A. van Heterends. A. van Heteren, 24 juli 2022
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een Zondag Morgen dienst

Vervolging.
1.Christus vervolgd.
2.Christenen vervolgd.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Hebreeën 4:9 1 Johannes 2:7-17 Jesaja 44:3 »

Johannes 15:18-16:4

18Indien u de wereld haat, zo weet, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft. 19Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld. 20Gedenk des woords, dat Ik u gezegd heb: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren. 21Maar al deze dingen zullen zij doen om Mijns Naams wil, omdat zij Hem niet kennen, Die Mij gezonden heeft. 22Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde. 23Die Mij haat, die haat ook Mijn Vader. 24Indien Ik de werken onder hen niet had gedaan, die niemand anders gedaan heeft, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien, en beiden Mij en Mijn Vader gehaat. 25Maar dit geschiedt, opdat het woord vervuld worde, dat in hun wet geschreven is: Zij hebben mij zonder oorzaak gehaat. 26Maar wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Dien Ik u zenden zal van den Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van den Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen. 27En gij zult ook getuigen, want gij zijt van den beginne met Mij geweest. 16:1 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij niet geergerd wordt. 2Zij zullen u uit de synagogen werpen; ja, de ure komt, dat een iegelijk, die u zal doden, zal menen Gode een dienst te doen. 3En deze dingen zullen zij u doen, omdat zij den Vader niet gekend hebben, noch Mij. 4Maar deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat, wanneer de ure zal gekomen zijn, gij dezelve moogt gedenken, dat Ik ze u gezegd heb; doch deze dingen heb Ik u van het begin niet gezegd, omdat Ik bij ulieden was. (SV)