Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Romeinen 10:9 (Romeinen 10:1-13)

ds. A.C. Uitslagds. A.C. Uitslag, 5 juni 2022
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een 1e Pinksterdag dienst

Het afleggen van belijdenis des geloofs.
1.Wat zeg jij dan?
2.Hoe doe jij dat dan?
3.Waarom moet dat dan?

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Hebreeën 4:14-16 1 Thessalonicensen 5:19 Romeinen 8:14-16 »

Romeinen 10:1-13

1Broeders, de toegenegenheid mijns harten, en het gebed, dat ik tot God voor Israel doe, is tot hun zaligheid. 2Want ik geef hun getuigenis, dat zij een ijver tot God hebben, maar niet met verstand. 3Want alzo zij de rechtvaardigheid Gods niet kennen, en hun eigen gerechtigheid zoeken op te richten, zo zijn zij der rechtvaardigheid Gods niet onderworpen. 4Want het einde der wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk, die gelooft. 5Want Mozes beschrijft de rechtvaardigheid, die uit de wet is, zeggende: De mens, die deze dingen doet, zal door dezelve leven. 6Maar de rechtvaardigheid, die uit het geloof is, spreekt aldus: Zeg niet in uw hart: Wie zal in den hemel opklimmen? Hetzelve is Christus van boven afbrengen. 7Of, wie zal in den afgrond nederdalen? Hetzelve is Christus uit de doden opbrengen. 8Maar wat zegt zij? Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord des geloofs, hetwelk wij prediken. 9Namelijk, indien gij met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden. 10Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid. 11Want de Schrift zegt: Een iegelijk, die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd worden. 12Want er is geen onderscheid, noch van Jood noch van Griek; want eenzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over allen, die Hem aanroepen. 13Want een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden. (SV)