Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Lukas 23:13-25 (Lucas 23:1-25)

kand. S.M. Buth, 10 april 2022
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een Zondag Morgen dienst

Een rechtzaak vol onrecht.
1.Jezus onschuld betuigd.
2.Jezus kruisdood geëist.
3.Jezus vonnis geveld.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Geloof en zekerheid Zacharia 13:1-9 Markus 15:29a »

Lucas 23:1-25

1En de gehele menigte van hen stond op, en leidde Hem tot Pilatus. 2En zij begonnen Hem te beschuldigen, zeggende: Wij hebben bevonden, dat Deze het volk verkeert, en verbiedt den keizer schattingen te geven, zeggende, dat Hij Zelf Christus, de Koning is. 3En Pilatus vraagde Hem, zeggende: Zijt Gij de Koning der Joden? En Hij antwoordde hem en zeide: Gij zegt het. 4En Pilatus zeide tot de overpriesters en de scharen: Ik vind geen schuld in dezen Mens. 5En zij hielden te sterker aan, zeggende: Hij beroert het volk, lerende door geheel Judea, begonnen hebbende van Galilea tot hier toe. 6Als nu Pilatus van Galilea hoorde, vraagde hij, of die Mens een Galileer was? 7En verstaande, dat Hij uit het gebied van Herodes was, zond hij Hem heen tot Herodes, die ook zelf in die dagen binnen Jeruzalem was. 8En als Herodes Jezus zag, werd hij zeer verblijd; want hij was van over lang begerig geweest Hem te zien, omdat hij veel van Hem hoorde; en hoopte enig teken te zien, dat van Hem gedaan zou worden. 9En hij vraagde Hem met vele woorden; doch Hij antwoordde hem niets. 10En de overpriesters en de Schriftgeleerden stonden, en beschuldigden Hem heftiglijk. 11En Herodes met zijn krijgslieden Hem veracht en bespot hebbende, deed Hem een blinkend kleed aan, en zond Hem weder tot Pilatus. 12En op denzelfde dag werden Pilatus en Herodes vrienden met elkander; want zij waren te voren in vijandschap tegen den anderen. 13En als Pilatus de overpriesters, en de oversten, en het volk bijeengeroepen had, zeide hij tot hen: 14Gij hebt dezen Mens tot mij gebracht, als een, die het volk afkerig maakt; en ziet, ik heb Hem in uw tegenwoordigheid ondervraagd, en heb in dezen Mens geen schuld gevonden, van hetgeen daar gij Hem mede beschuldigt; 15Ja, ook Herodes niet; want ik heb ulieden tot hem gezonden, en ziet, er is van Hem niets gedaan, dat des doods waardig is. 16Zo zal ik Hem dan kastijden en loslaten. 17En hij moest hun op het feest een loslaten. 18Doch al de menigte riep gelijkelijk, zeggende: Weg met Dezen, en laat ons Bar-abbas los. 19Dewelke was om zeker oproer, dat in de stad geschied was, en om een doodslag, in de gevangenis geworpen. 20Pilatus dan riep hun wederom toe, willende Jezus loslaten. 21Maar zij riepen daartegen, zeggende: Kruis Hem, kruis Hem! 22En hij zeide ten derden male tot hen: Wat heeft Deze dan kwaads gedaan? Ik heb geen schuld des doods in Hem gevonden. Zo zal ik Hem dan kastijden en loslaten. 23Maar zij hielden aan met groot geroep, eisende, dat Hij zou gekruist worden; en hun en der overpriesteren geroep werd geweldiger. 24En Pilatus oordeelde, dat hun eis geschieden zou. 25En hij liet hun los dengene, die om oproer en doodslag in de gevangenis geworpen was, welken zij geeist hadden; maar Jezus gaf hij over tot hun wil. (SV)