Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Markus 14:64b (Marcus 14:47-65)

ds. A. van Heterends. A. van Heteren, 6 maart 2022
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een Zondag Morgen dienst

Des doods schuldig.
1.De beschuldigde.
2.De beschuldigers.
3.De schuldige.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Heidelbergse catechismus zondag 38 Matthëus 26:38b Jesaja 50:6 »

Marcus 14:47-65

47En een dergenen, die daarbij stonden, het zwaard trekkende, sloeg den dienstknecht des hogepriesters, en hieuw hem zijn oor af. 48En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Zijt gij uitgegaan, met zwaarden en stokken, als tegen een moordenaar, om Mij te vangen? 49Dagelijks was Ik bij ulieden in den tempel, lerende, en gij hebt Mij niet gegrepen; maar dit geschiedt, opdat de Schriften vervuld zouden worden. 50En zij, Hem verlatende, zijn allen gevloden. 51En een zeker jongeling volgde Hem, hebbende een lijnwaad omgedaan over het naakte lijf, en de jongelingen grepen hem. 52En hij, het lijnwaad verlatende, is naakt van hen gevloden. 53En zij leidden Jezus henen tot den hogepriester; en bij hem vergaderden al de overpriesters, en de ouderlingen, en de schriftgeleerden. 54En Petrus volgde Hem van verre, tot binnen in de zaal des hogepriesters, en hij was mede zittende met de dienaren, en zich warmende bij het vuur. 55En de overpriesters, en de gehele raad, zochten getuigenis tegen Jezus, om Hem te doden, en vonden niet. 56Want velen getuigden valselijk tegen Hem, en de getuigenissen waren niet eenparig. 57En enigen, opstaande, getuigden valselijk tegen Hem, zeggende: 58Wij hebben Hem horen zeggen: Ik zal dezen tempel, die met handen gemaakt is, afbreken, en in drie dagen een anderen, zonder handen gemaakt, bouwen. 59En ook alzo was hun getuigenis niet eenparig. 60En de hogepriester, in het midden opstaande, vraagde Jezus, zeggende: Antwoordt Gij niets? Wat getuigen dezen tegen U? 61Maar Hij zweeg stil, en antwoordde niets. Wederom vraagde Hem de hogepriester, en zeide tot Hem: Zijt Gij de Christus, de Zoon des gezegenden Gods? 62En Jezus zeide: Ik ben het. En gijlieden zult den Zoon des mensen zien zitten ter rechter hand der kracht Gods, en komen met de wolken des hemels. 63En de hogepriester, verscheurende zijn klederen, zeide: Wat hebben wij nog getuigen van node? 64Gij hebt de gods lastering gehoord; wat dunkt ulieden? En zij allen veroordeelden Hem, des doods schuldig te zijn. 65En sommigen begonnen Hem te bespuwen, en Zijn aangezicht te bedekken, en met vuisten te slaan, en tot Hem te zeggen: Profeteer! En de dienaars gaven Hem kinnebakslagen. (SV)