Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Johannes 6:16-21 (Johannes 6:1-21)

ds. A. van Heterends. A. van Heteren, 13 februari 2022
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een Zondag Morgen dienst

Jezus stilt de storm.
1.De storm.
2.De stilte.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« 2 Koningen 1:4 en17a Lukas 9:57-62, Matthëus 13:44 Het geloof en de beloften »

Johannes 6:1-21

1Na dezen vertrok Jezus over de zee van Galilea, welke is de zee van Tiberias. 2En Hem volgde een grote schare, omdat zij Zijn tekenen zagen, die Hij deed aan de kranken. 3En Jezus ging op den berg, en zat aldaar neder met Zijn discipelen. 4En het pascha, het feest der Joden, was nabij. 5Jezus dan, de ogen opheffende, en ziende, dat een grote schare tot Hem kwam, zeide tot Filippus: Van waar zullen wij broden kopen, opdat deze eten mogen? 6(Doch dit zeide Hij, hem beproevende; want Hij wist Zelf, wat Hij doen zou.) 7Filippus antwoordde Hem: Voor tweehonderd penningen brood is voor dezen niet genoeg, opdat een iegelijk van hen een weinig neme. 8Een van Zijn discipelen, namelijk Andreas, de broeder van Simon Petrus, zeide tot Hem: 9Hier is een jongsken, dat vijf gerstebroden heeft, en twee visjes; maar wat zijn deze onder zo velen? 10En Jezus zeide: Doet de mensen nederzitten. En er was veel gras in die plaats. Zo zaten dan de mannen neder, omtrent vijf duizend in getal. 11En Jezus nam de broden, en gedankt hebbende, deelde Hij ze den discipelen, en de discipelen dengenen, die nedergezeten waren; desgelijks ook van de visjes, zoveel zij wilden. 12En als zij verzadigd waren, zeide Hij tot Zijn discipelen: Vergadert de overgeschoten brokken, opdat er niets verloren ga. 13Zij vergaderden ze dan, en vulden twaalf korven met brokken van de vijf gerstebroden, welke overgeschoten waren dengenen, die gegeten hadden. 14De mensen dan, gezien hebbende het teken, dat Jezus gedaan had, zeiden: Deze is waarlijk de Profeet, Die in de wereld komen zou. 15Jezus dan, wetende, dat zij zouden komen, en Hem met geweld nemen, opdat zij Hem Koning maakten, ontweek wederom op den berg, Hij Zelf alleen. 16En als het avond geworden was, gingen Zijn discipelen af naar de zee. 17En in het schip gegaan zijnde, kwamen zij over de zee naar Kapernaum. En het was alrede duister geworden, en Jezus was tot hen niet gekomen. 18En de zee verhief zich, overmits er een grote wind waaide. 19En als zij omtrent vijf en twintig of dertig stadien gevaren waren, zagen zij Jezus, wandelende op de zee, en komende bij het schip; en zij werden bevreesd. 20Maar Hij zeide tot hen: Ik ben het; zijt niet bevreesd. 21Zij hebben dan Hem gewilliglijk in het schip genomen; en terstond kwam het schip aan het land, daar zij naar toe voeren. (SV)