Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Nederlandse geloofsbelijdenis artikel 12. (Genesis 1:26-2:17)

ds. A. van Heterends. A. van Heteren, 22 april 2018
Deel van de Ds. van Heteren - Nederlandse Geloofsbelijdenis serie, gepreekt in een Zondag Morgen dienst

De schepping.
1.De schepping in het algemeen.
2.De schepping van de mens.
3.De schepping van de engelen.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Nederlandse geloofsbelijdenis artikel 11 1 Korinthe 1:18. Genesis 32 »

Genesis 1:26-2:17

26En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. 27En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze. 28En God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt! 29En God zeide: Ziet, Ik heb ulieden al het zaadzaaiende kruid gegeven, dat op de ganse aarde is, en alle geboomte, in hetwelk zaadzaaiende boomvrucht is; het zij u tot spijze! 30Maar aan al het gedierte der aarde, en aan al het gevogelte des hemels, en aan al het kruipende gedierte op de aarde, waarin een levende ziel is, heb Ik al het groene kruid tot spijze gegeven. En het was alzo. 31En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de zesde dag. 2:1 Alzo zijn volbracht de hemel en de aarde, en al hun heir. 2Als nu God op de zevende dag volbracht had Zijn werk, dat Hij gemaakt had, heeft Hij gerust op den zevende dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had. 3En God heeft den zevende dag gezegend, en die geheiligd; omdat Hij op denzelven gerust heeft van al Zijn werk, hetwelk God geschapen had, om te volmaken. 4Dit zijn de geboorten des hemels en der aarde, als zij geschapen werden; ten dage als de HEERE God de aarde en den hemel maakte. 5En allen struik des velds, eer hij in de aarde was, en al het kruid des velds, eer het uitsproot; want de HEERE God had niet doen regenen op de aarde, en er was geen mens geweest, om den aardbodem te bouwen. 6Maar een damp was opgegaan uit de aarde, en bevochtigde den ganse aardbodem. 7En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen de adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel. 8Ook had de HEERE God een hof geplant in Eden, tegen het oosten, en Hij stelde aldaar den mens, die Hij geformeerd had. 9En de HEERE God had alle geboomte uit het aardrijk doen spruiten, begeerlijk voor het gezicht, en goed tot spijze; en den boom des levens in het midden van den hof, en de boom der kennis des goeds en des kwaads. 10En een rivier was voortgaande uit Eden, om deze hof te bewateren; en werd van daar verdeeld, en werd tot vier hoofden. 11De naam der eerste rivier is Pison; deze is het, die het ganse land van Havila omloopt, waar het goud is. 12En het goud van dit land is goed; daar is ook bedolah, en de steen sardonix. 13En de naam der tweede rivier is Gihon; deze is het, die het ganse land Cusch omloopt. 14En de naam der derde rivier is Hiddekel; deze is gaande naar het oosten van Assur. En de vierde rivier is Frath. 15Zo nam de HEERE God den mens, en zette hem in den hof van Eden, om dien te bouwen, en dien te bewaren. 16En de HEERE God gebood den mens, zeggende: Van allen boom dezes hofs zult gij vrijelijk eten; 17Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven. (SV)