Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Openbaringen 12:13-17 (Psalmen 124:1-8, Openbaringen 12:13-17)

ds. A. van Heterends. A. van Heteren, 24 april 2016
Deel van de Ds. van Heteren - De Openbaring van Johannes serie, gepreekt in een Zondag Morgen dienst

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Dordtse Leerregels Hoofdstuk 1 paragraaf 4-5 Hooglied 2:11-13 1 Korinthe 15:29 »

Psalmen 124:1-8

1Een lied Hammaaloth, van David. Ten ware de HEERE, Die bij ons geweest is, zegge nu Israel, 2Ten ware de HEERE, Die bij ons geweest is, als de mensen tegen ons opstonden; 3Toen zouden zij ons levend verslonden hebben, als hun toorn tegen ons ontstak. 4Toen zouden ons de wateren overlopen hebben; een stroom zou over onze ziel gegaan zijn. 5Toen zouden de stoute wateren over onze ziel gegaan zijn. 6De HEERE zij geloofd, Die ons in hun tanden niet heeft overgegeven tot een roof. 7Onze ziel is ontkomen, als een vogel uit den strik der vogelvangers; de strik is gebroken, en wij zijn ontkomen. 8Onze hulp is in den Naam des HEEREN, Die hemel en aarde gemaakt heeft. (SV)

Openbaringen 12:13-17

13En toen de draak zag, dat hij op de aarde geworpen was, zo heeft hij de vrouw vervolgd, die het manneken gebaard had. 14En der vrouwe zijn gegeven twee vleugelen eens groten arends, opdat zij zou vliegen in de woestijn, in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt een tijd, en tijden, en een halven tijd, buiten het gezicht der slang. 15En de slang wierp uit haar mond achter de vrouw water als een rivier, opdat hij haar door de rivier zou doen wegvoeren. 16En de aarde kwam de vrouw te hulp, en de aarde opende haar mond, en verzwolg de rivier, welke de draak uit zijn mond had geworpen. 17En de draak vergrimde op de vrouw, en ging heen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren, en de getuigenis van Jezus Christus hebben. (SV)