Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Johannes 2:17b (Johannes 2:13-25)

ds. H.C. Bezemerds. H.C. Bezemer, 25 februari 2018
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een Zondag Middag dienst

De tempel als teken van Christus.
1.Tempel reiniging.
2.Tempel wijding

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Antichrist en de eindtijd Jesaja 6:7 Markus 14:34b »

Johannes 2:13-25

13En het pascha der Joden was nabij, en Jezus ging op naar Jeruzalem. 14En Hij vond in den tempel, die ossen, en schapen, en duiven verkochten, en de wisselaars daar zittende. 15En een gesel van touwtjes gemaakt hebbende, dreef Hij ze allen uit den tempel, ook de schapen en de ossen; en het geld der wisselaren stortte Hij uit, en keerde de tafelen om. 16En Hij zeide tot degenen, die de duiven verkochten: Neemt deze dingen van hier weg; maakt niet het huis Mijns Vaders tot een huis van koophandel. 17En Zijn discipelen werden indachtig, dat er geschreven is: De ijver van Uw huis heeft mij verslonden. 18De Joden antwoordden dan, en zeiden tot Hem: Wat teken toont Gij ons, dat Gij deze dingen doet? 19Jezus antwoordde en zeide tot hen: Breekt dezen tempel, en in drie dagen zal Ik denzelven oprichten. 20De Joden zeiden dan: Zes en veertig jaren is over dezen tempel gebouwd, en Gij, zult Gij dien in drie dagen oprichten? 21Maar Hij zeide dit van den tempel Zijns lichaams. 22Daarom, als Hij opgestaan was van de doden, werden Zijn discipelen gedachtig, dat Hij dit tot hen gezegd had, en zij geloofden de Schrift, en het woord, dat Jezus gesproken had. 23En als Hij te Jeruzalem was, op het pascha, in het feest, geloofden velen in Zijn Naam, ziende Zijn tekenen, die Hij deed. 24Maar Jezus Zelf betrouwde hun Zichzelven niet, omdat Hij hen allen kende, 25En omdat Hij niet van node had, dat iemand getuigen zou van den mens; want Hij Zelf wist, wat in den mens was. (SV)