Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 4 (Psalmen 119:89-112)

ds. A. van Heterends. A. van Heteren, 19 november 2017
Deel van de Ds. van Heteren - Nederlandse Geloofsbelijdenis serie, gepreekt in een Zondag Morgen dienst

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Tekenen van de eindtijd Exodus 17:8-14 Mattheüs 11:28-30 »

Psalmen 119:89-112

89Lamed. O HEERE! Uw woord bestaat in der eeuwigheid in de hemelen. 90Uw goedertierenheid is van geslacht tot geslacht; Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan; 91Naar Uw verordeningen blijven zij nog heden staan, want zij allen zijn Uw knechten. 92Indien Uw wet niet ware geweest al mijn vermaking, ik ware in mijn druk al lang vergaan. 93Ik zal Uw bevelen in der eeuwigheid niet vergeten, want door dezelve hebt Gij mij levend gemaakt. 94Ik ben Uw, behoud mij, want ik heb Uw bevelen gezocht. 95De goddelozen hebben op mij gewacht, om mij te doen vergaan; ik neem acht op Uw getuigenissen. 96In alle volmaaktheid heb ik een einde gezien; maar Uw gebod is zeer wijd. 97Mem. Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn betrachting den gansen dag. 98Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden zijn, want zij is in eeuwigheid bij mij. 99Ik ben verstandiger dan al mijn leraars, omdat Uw getuigenissen mijn betrachting zijn. 100Ik ben voorzichtiger dan de ouden, omdat ik Uw bevelen bewaard heb. 101Ik heb mijn voeten geweerd van alle kwade paden, opdat ik Uw woord zou onderhouden. 102Ik ben niet geweken van Uw rechten, want Gij hebt mij geleerd. 103Hoe zoet zijn Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honig mijn mond! 104Uit Uw bevelen krijg ik verstand, daarom haat ik alle leugenpaden. 105Nun. Uw woord is een lamp voor mijn voet, en een licht voor mijn pad. 106Ik heb gezworen, en zal het bevestigen, dat ik onderhouden zal de rechten Uwer gerechtigheid. 107Ik ben gans zeer verdrukt, HEERE! maak mij levend naar Uw woord. 108Laat U toch, o HEERE! welgevallen de vrijwillige offeranden mijns monds, en leer mij Uw rechten. 109Mijn ziel is geduriglijk in mijn hand; nochtans vergeet ik Uw wet niet. 110De goddelozen hebben mij een strik gelegd; nochtans ben ik niet afgedwaald van Uw bevelen. 111Ik heb Uw getuigenissen genomen tot een eeuwige erve, want zij zijn mijns harten vrolijkheid. 112Ik heb mijn hart geneigd, om Uw inzettingen eeuwiglijk te doen, ten einde toe. (SV)