Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Markus 16:2 (Marcus 15:42-16:8)

ds. A.C. Uitslagds. A.C. Uitslag, 27 maart 2016
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een 1e Paasdag dienst

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Johannes 19:31-37 1 Korinthe 15:22-23 Johannes 20:11-18 »

Marcus 15:42-16:8

42En als het nu avond was geworden, dewijl het de voorbereiding was, welke is de voorsabbat; 43Kwam Jozef, die van Arimathea was, een eerlijk raadsheer, die ook zelf het Koninkrijk Gods was verwachtende, en zich verstoutende, ging hij in tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus. 44En Pilatus verwonderde zich, dat Hij alrede gestorven was; en den hoofdman over honderd tot zich geroepen hebbende, vraagde hem, of Hij lang gestorven was. 45En als hij het van den hoofdman over honderd verstaan had, schonk hij Jozef het lichaam. 46En hij kocht fijn lijnwaad, en Hem afgenomen hebbende, wond Hem in dat fijne lijnwaad, en legde Hem in een graf, hetwelk uit een steenrots gehouwen was; en hij wentelde een steen tegen de deur des grafs. 47En Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Joses, aanschouwden, waar Hij gelegd werd. 16:1 En als de sabbat voorbijgegaan was, hadden Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Jakobus, en Salome specerijen gekocht, opdat zij kwamen en Hem zalfden. 2En zeer vroeg op den eersten dag der week, kwamen zij tot het graf, als de zon opging; 3En zeiden tot elkander: Wie zal ons den steen van de deur des grafs afwentelen? 4(En opziende zagen zij, dat de steen afgewenteld was) want hij was zeer groot. 5En in het graf ingegaan zijnde, zagen zij een jongeling, zittende ter rechter zijde, bekleed met een wit lang kleed, en werden verbaasd. 6Maar hij zeide tot haar: Zijt niet verbaasd; gij zoekt Jezus den Nazarener, Die gekruist was; Hij is opgestaan; Hij is hier niet; ziet de plaats, waar zij Hem gelegd hadden. 7Doch gaat heen, zegt Zijnen discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; aldaar zult gij Hem zien, gelijk Hij ulieden gezegd heeft. 8En zij, haastelijk uitgegaan zijnde, vloden van het graf, en beving en ontzetting had haar bevangen; en zij zeiden niemand iets; want zij waren bevreesd. (SV)