Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Matthëus 9:9 (Mattheüs 9:1-13)

ds. W.L. van der Staaij, 14 januari 2024
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een Zondag Middag dienst

Achter Jezus aan.
1.Zijn geopende ogen.
2.Zijn genadige lippen.
3.Zijn gezegende voeten.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Heidelbergse Catechismus Zondag 6 Johannes 2:1-12 Jesaja 40:31 »

Mattheüs 9:1-13

1En in het schip gegaan zijnde, voer Hij over en kwam in Zijn stad. En ziet, zij brachten tot Hem een geraakte, op een bed liggende. 2En Jezus, hun geloof ziende, zeide tot den geraakte: Zoon! wees welgemoed; uw zonden zijn u vergeven. 3En ziet, sommigen der Schriftgeleerden zeiden in zichzelven: Deze lastert God. 4En Jezus, ziende hun gedachten, zeide: Waarom overdenkt gij kwaad in uw harten? 5Want wat is lichter te zeggen: De zonden zijn u vergeven? of te zeggen: Sta op en wandel? 6Doch opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde, de zonden te vergeven (toen zeide Hij tot den geraakte): Sta op, neem uw bed op, en ga heen naar uw huis. 7En hij opgestaan zijnde, ging heen naar zijn huis. 8De scharen nu dat ziende, hebben zich verwonderd, en God verheerlijkt, die zodanige macht den mensen gegeven had. 9En Jezus, van daar voortgaande, zag een mens in het tolhuis zitten, genaamd Mattheus; en zeide tot hem: Volg Mij. En hij opstaande, volgde Hem. 10En het geschiedde, als Hij in het huis van Mattheus aanzat, ziet, vele tollenaars en zondaars kwamen en zaten mede aan, met Jezus en Zijn discipelen. 11En de Farizeen, dat ziende, zeiden tot Zijn discipelen: Waarom eet uw Meester met de tollenaren en de zondaren? 12Maar Jezus, zulks horende, zeide tot hen: Die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. 13Doch gaat heen en leert, wat het zij: Ik wil barmhartigheid, en niet offerande; want Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering. (SV)