Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

1 Thessalonicensen 4:13-14 (1 Thessalonicensen 4:13-5:11)

ds. A.D. Fokkema, 1 mei 2022
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een Zondag Morgen dienst

De troost van de opstanding.
1.Een wereld waarin de dood heerst.
2.Een wereld waarin Christus hoop geeft.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Openbaringen 1:17-18 Romeinen 6:17-18 Richteren 3:11a »

1 Thessalonicensen 4:13-5:11

13Doch, broeders, ik wil niet, dat gij onwetende zijt van degenen, die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk als de anderen, die geen hoop hebben. 14Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, weder brengen met Hem. 15Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen, die ontslapen zijn. 16Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; 17Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen. 18Zo dan, vertroost elkander met deze woorden. 5:1 Maar van de tijden en de gelegenheden, broeders! hebt gij niet van node, dat men u schrijve. 2Want gij weet zelven zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal komen, gelijk een dief in de nacht. 3Want wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede, en zonder gevaar; dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte vrouw; en zij zullen het geenszins ontvlieden; 4Maar gij, broeders, gij zijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zou bevangen. 5Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis. 6Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen, maar laat ons waken, en nuchteren zijn. 7Want die slapen, slapen des nachts, en die dronken zijn, zijn des nachts dronken; 8Maar wij, die des daags zijn, laat ons nuchteren zijn, aangedaan hebbende het borstwapen des geloofs en der liefde, en tot een helm, de hoop der zaligheid. 9Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid, door onzen Heere Jezus Christus; 10Die voor ons gestorven is, opdat wij, hetzij dat wij waken, hetzij dat wij slapen, te zamen met Hem leven zouden. 11Daarom vermaant elkander, en sticht de een den anderen, gelijk gij ook doet. (SV)