Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Lukas 24:50-53. (Lucas 24:36-53)

ds. J.C. Pronk, 16 mei 2021
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een Zondag Middag dienst

De weg van Jezus Christus.
1.Het uitgaan van de profeet.
2.Het opgaan van de priester.
3.Het ingaan van de koning.
4.Het teruggaan van de getuigen.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Handelingen 9:1-14 Handelingen 20:17-38 Handelingen 2:4a »

Lucas 24:36-53

36En als zij van deze dingen spraken, stond Jezus Zelf in het midden van hen, en zeide tot hen: Vrede zij ulieden! 37En zij verschrikt en zeer bevreesd geworden zijnde, meenden, dat zij een geest zagen. 38En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij ontroerd, en waarom klimmen zulke overleggingen in uw harten? 39Ziet Mijn handen en Mijn voeten; want Ik ben het Zelf; tast Mij aan, en ziet; want een geest heeft geen vlees en benen, gelijk gij ziet, dat Ik heb. 40En als Hij dit zeide, toonde Hij hun de handen en de voeten. 41En toen zij het van blijdschap nog niet geloofden, en zich verwonderden, zeide Hij tot hen: Hebt gij hier iets om te eten? 42En zij gaven Hem een stuk van een gebraden vis, en van honigraten. 43En Hij nam het, en at het voor hun ogen. 44En Hij zeide tot hen: Dit zijn de woorden, die Ik tot u sprak, als Ik nog met u was, namelijk dat het alles moest vervuld worden, wat van Mij geschreven is in de Wet van Mozes, en de Profeten, en Psalmen. 45Toen opende Hij hun verstand, opdat zij de Schriften verstonden. 46En zeide tot hen: Alzo is er geschreven, en alzo moest de Christus lijden, en van de doden opstaan ten derden dage. 47En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem. 48En gij zijt getuigen van deze dingen. 49En ziet, Ik zende de belofte Mijns Vaders op u; maar blijft gij in de stad Jeruzalem, totdat gij zult aangedaan zijn met kracht uit de hoogte. 50En Hij leidde hen buiten tot aan Bethanie, en Zijn handen opheffende, zegende Hij hen. 51En het geschiedde, als Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde, en werd opgenomen in den hemel. 52En zij aanbaden Hem, en keerden weder naar Jeruzalem met grote blijdschap. 53En zij waren allen tijd in den tempel, lovende en dankende God. Amen. (SV)