Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Matthëus 27:57-60 (Mattheüs 27:37-61)

ds. A. van Heterends. A. van Heteren, 10 april 2020
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een Goede Vrijdag dienst

De begrafenis van Christus.
1.Wanneer.
2.Door wie.
3.Waar.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Exodus 25:8 Lukas 23:46 Matthëus 28:10b »

Mattheüs 27:37-61

37En zij stelden boven Zijn hoofd Zijn beschuldiging geschreven: DEZE Is JEZUS, De KONING DER JODEN. 38Toen werden met Hem twee moordenaars gekruisigd, een ter rechter-, en een ter linker zijde. 39En die voorbijgingen, lasterden Hem, schuddende hun hoofden, 40En zeggende: Gij, Die den tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelven. Indien Gij de Zone Gods zijt, zo kom af van het kruis. 41En desgelijks ook de overpriesters met de Schriftgeleerden, en ouderlingen, en Farizeen, Hem bespottende, zeiden: 42Anderen heeft Hij verlost, Hij kan Zichzelven niet verlossen. Indien Hij de Koning Israels is, dat Hij nu afkome van het kruis, en wij zullen Hem geloven. 43Hij heeft op God betrouwd; dat Hij Hem nu verlosse, indien Hij Hem wel wil; want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon. 44En hetzelfde verweten Hem ook de moordenaars, die met Hem gekruisigd waren. 45En van de zesde ure aan werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe. 46En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, ELI, LAMA SABACHTHANI! dat is: Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten! 47En sommigen van die daar stonden, zulks horende, zeiden: Deze roept Elias. 48En terstond een van hen toe lopende, nam een spons, en die met edik gevuld hebbende, stak ze op een rietstok, en gaf Hem te drinken. 49Doch de anderen zeiden: Houd op, laat ons zien, of Elias komt, om Hem te verlossen. 50En Jezus, wederom met een grote stem roepende, gaf den geest. 51En ziet, het voorhangsel des tempels scheurde in tweeen, van boven tot beneden; en de aarde beefde, en de steenrotsen scheurden. 52En de graven werden geopend, en vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren, werden opgewekt; 53En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen. 54En de hoofdman over honderd, en die met hem Jezus bewaarden, ziende de aardbeving, en de dingen, die geschied waren, werden zeer bevreesd, zeggende: Waarlijk, Deze was Gods Zoon! 55En aldaar waren vele vrouwen, van verre aanschouwende, die Jezus gevolgd waren van Galilea, om Hem te dienen. 56Onder dewelke was Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Jakobus en Joses, en de moeder der zonen van Zebedeus. 57En als het avond geworden was, kwam een rijk man van Arimathea, met name Jozef, die ook zelf een discipel van Jezus was. 58Deze kwam tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus. Toen beval Pilatus, dat hem het lichaam gegeven zou worden. 59En Jozef, het lichaam nemende, wond hetzelve in een zuiver fijn lijnwaad. 60En legde dat in zijn nieuw graf, hetwelk hij in een steenrots uitgehouwen had; en een grote steen tegen de deur des grafs gewenteld hebbende, ging hij weg. 61En aldaar was Maria Magdalena, en de andere Maria, zittende tegenover het graf. (SV)