Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Exodus 25:8 (Hebreeën 9:11-28)

ds. A. van Heterends. A. van Heteren, 5 april 2020
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een Zondag Middag dienst

De tabernakel.
1.Het aardse heiligdom.
2.Het hemelse heiligdom.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Johannes 17:24 Johannes 19:5 Matthëus 27:57-60 »

Hebreeën 9:11-28

11Maar Christus, de Hogepriester der toekomende goederen, gekomen zijnde, is door den meerderen en volmaakten tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is, niet van dit maaksel, 12Noch door het bloed der bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed, eenmaal ingegaan in het heiligdom, een eeuwige verlossing teweeggebracht hebbende. 13Want indien het bloed der stieren en bokken, en de as der jonge koe, besprengende de onreinen, hen heiligt tot de reinigheid des vleses; 14Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door den eeuwigen Geest Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken, om den levende God te dienen? 15En daarom is Hij de Middelaar des nieuwen testaments, opdat, de dood daartussen gekomen zijnde, tot verzoening der overtredingen, die onder het eerste testament waren, degenen, die geroepen zijn, de beloftenis der eeuwige erve ontvangen zouden. 16Want waar een testament is, daar is het noodzaak, dat de dood des testamentmakers tussen kome; 17Want een testament is vast in de doden, dewijl het nog geen kracht heeft, wanneer de testamentmaker leeft. 18Waarom ook het eerste niet zonder bloed is ingewijd. 19Want als al de geboden, naar de wet van Mozes, tot al het volk uitgesproken waren, nam hij het bloed der kalveren en bokken, met water, en purperen wol, en hysop, besprengde beide het boek zelf, en al het volk, 20Zeggende: Dit is het bloed des testaments, hetwelk God aan ulieden heeft geboden. 21En hij besprengde desgelijks ook den tabernakel, en al de vaten van den dienst met het bloed. 22En alle dingen worden bijna door bloed gereinigd naar de wet, en zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving. 23Zo was het dan noodzaak, dat wel de voorbeeldingen der dingen, die in de hemelen zijn, door deze dingen gereinigd werden, maar de hemelse dingen zelve door betere offeranden dan deze. 24Want Christus is niet ingegaan in het heiligdom, dat met handen gemaakt is, hetwelk is een tegenbeeld van het ware, maar in den hemel zelven, om nu te verschijnen voor het aangezicht van God voor ons; 25Noch ook, opdat Hij Zichzelven dikwijls zou opofferen, gelijk de hogepriester alle jaar in het heiligdom ingaat met vreemd bloed; 26(Anders had Hij dikwijls moeten lijden van de grondlegging der wereld af) maar nu is Hij eenmaal in de voleinding der eeuwen geopenbaard, om de zonde te niet te doen, door Zijnzelfs offerande. 27En gelijk het den mensen gezet is, eenmaal te sterven, en daarna het oordeel; 28Alzo ook Christus, eenmaal geofferd zijnde, om veler zonden weg te nemen, zal ten anderen male zonder zonde gezien worden van degenen, die Hem verwachten tot zaligheid. (SV)