Preekarchief

Via de filteroptie ‘Toon filter’ bovenaan kunnen de preken gefilterd worden op predikant, Bijbelboek, serie, dienst en datum. Door op de titel (tekst) van de preek te klikken wordt er meer informatie over de preek getoond en is er de mogelijkheid om de preek te downloaden.

Markus 15:21 (Marcus 15:1-21)

ds. A. van Heterends. A. van Heteren, 19 april 2019
Deel van de Vrije Stof serie, gepreekt in een Goede Vrijdag dienst

Kruisdragen.
1.Door Christus.
2.Door Simon van Syrene.
3.Door Gods kinderen.

Tags:

Eerder: Zelfde dag: Later:
« Nederlandse geloofsbelijdenis artikel 27 Jesaja 53:12 Johannes 29:8 »

Marcus 15:1-21

1En terstond, des morgens vroeg, hielden de overpriesters te zamen raad, met de ouderlingen en Schriftgeleerden, en den gehelen raad, en Jezus gebonden hebbende, brachten zij Hem heen, en gaven Hem aan Pilatus over. 2En Pilatus vraagde Hem: Zijt Gij de Koning der Joden? En Hij antwoordende, zeide tot hem: Gij zegt het. 3En de overpriesters beschuldigden Hem van vele zaken; maar Hij antwoordde niets. 4En Pilatus vraagde Hem wederom, zeggende: Antwoordt Gij niet? Zie, hoe vele zaken zij tegen U getuigen! 5En Jezus heeft niet meer geantwoord, zodat Pilatus zich verwonderde. 6En op het feest liet hij hun een gevangene los, wien zij ook begeerden. 7En er was een, genaamd Bar-abbas, gevangen met andere medeoproermakers, die in het oproer een doodslag gedaan had. 8En de schare riep uit, en begon te begeren, dat hij deed, gelijk hij hun altijd gedaan had. 9En Pilatus antwoordde hun, zeggende: Wilt gij, dat ik u den Koning der Joden loslate? 10(Want hij wist, dat de overpriesters Hem door nijd overgeleverd hadden.) 11Maar de overpriesters bewogen de schare, dat hij hun liever Bar-abbas zou loslaten. 12En Pilatus, antwoordende, zeide wederom tot hen: Wat wilt gij dan, dat ik met Hem doen zal, Dien gij een Koning der Joden noemt? 13En zij riepen wederom: Kruis Hem. 14Doch Pilatus zeide tot hen: Wat heeft Hij dan kwaads gedaan? En zij riepen te meer: Kruis Hem! 15Pilatus nu, willende der schare genoeg doen, heeft hun Bar-abbas losgelaten, en gaf Jezus over, als hij Hem gegeseld had, om gekruist te worden. 16En de krijgsknechten leidden Hem binnen in de zaal, welke is het rechthuis, en riepen de ganse bende samen; 17En deden Hem een purperen mantel aan, en een doornenkroon gevlochten hebbende, zetten Hem die op; 18En begonnen Hem te groeten, zeggende: Wees gegroet, Gij Koning der Joden! 19En sloegen Zijn hoofd met een rietstok, en bespogen Hem, en vallende op de knieen, aanbaden Hem. 20En als zij Hem bespot hadden, deden zij Hem den purperen mantel af, en deden Hem Zijn eigen klederen aan, en leidden Hem uit, om Hem te kruisigen. 21En zij dwongen een Simon van Cyrene, die daar voorbijging, komende van den akker, den vader van Alexander en Rufus, dat hij Zijn kruis droeg. (SV)